Koninginnenrit

deze dag staat met rood omcirkeld in mijn agenda
vandaag moet het gebeuren
ik moet, ik wil, ik zal
op de eerste col vanaf de Grand Depart volle bak omhoog
in bocht acht zullen ze staan, mijn vrouw en dochtertje van vier
mijn koninginnen
hoopvol

voor mij geen surprise noch heldendicht
deze knecht geselt zijn lichaam met iedere pedaalslag
stoempen, harken, geparkeerd staan
vierkant op de fiets zitten, het snot voor de ogen fietsen
de bus is vertrokken zonder mij
bestemming lijdensweg

ploegentaktiek, koersverloop, vergeten
blijven drinken, blijven eten
mijn rol? Overleven
Parijs zien en dan sterven, maar ik ben al dood
Madeleine, een feeëriek meisje bezorgt me helse pijnen
in een waas doemen de ogen van mijn dochter op
de hemel gaat open
papa!

hernieuwde kracht, niet voor mogelijk gehouden reserves
trots zit ik op mijn fiets
ik poog te lachen maar grimas
zweet gutst, het gaat me lukken
dan ontwaar ik de blik van mijn vrouw vol afgrijzen en medelijden
en besef de realiteit van dit moment
nog 54 kilometer klimmen
bocht zeven wacht


Carl Vissers