Ode aan Parijs-Roubaix en mijn Leeuw

Oorlog en storm woeden
over de karrenwegels met stenen geplaveid.
Noord-Frankrijk wordt overheerst
door gladiatoren opgestaan uit arena's.
De genummerde soldaten
vechten veldslagen uit op leven en dood.
Wapengekletter overstijgt het gejoel van toeschouwers
dat over via's van Romeinen dondert.
De hoekige, bonkige stenen geselen
de kuiten van besmeurde renners.
Materiaal kraakt en plooit en breekt
onder de stampende hefbomen
van geweldenaars op hun stalen ros.
De krijgers hoesten en proesten en spugen,
vloeken, ketteren en klagen.
Pijn door val en onmacht,
maar steeds verder ploeterend door modder,
over stenen, dwars door slijkkuilen.

Twee sterke vuisten omklemmen
de trillende stuurstang.
Eén man 50 km lang vechtend tegen alles.
Grijs, moe, bemodderd, nat en vuil.
Alleen om de oogjes ietsje klaarheid.
Wapperende en zwaaiende Vlaamse vlaggen
kleuren de hemel geel-zwart.
De gladiator der gladiatoren
trekt zijn hele lijf letterlijk uit elkaar.
Onder vaandels door duikt
de Keizer der klassiekers de velodroom binnen.
760 meter gejuich en gejoel, tranen van bewondering.
Tien gestrekte vingers
als zegevierend gebaar van de 'de Vlaamse Leeuw'.
Afgematte leeuwenpoten vol slijk en blubber
zetten voet aan de grond.
Eén winnaar,
één bezieler,
één keizer,
eén echte leeuw.


Dirk Nachtergaele