Fabio

Ik demarreerde, plafonneerde, crepeerde
Herlanceerde, want oh ik begeerde

Leuk om te schrijven, maar ik voelde niets
Mijn hart pompte vers bloed
Ik voelde me gewoon een man op een fiets

Maar wat was ik verbijsterend goed
Stelvio, Mortirolo, Gavia, Zoncolan
Ik wilde ze oppeuzelen, na elkaar als het kan

In mijn wiel gekraak, gepiep en gezucht
Amper zeven die overleven, happend naar lucht
Alle anderen betaalden al het gelag
En dat op de derde van vijf cols van de dag

Wat genoot ik van mijn kindertijd
Ze zeggen die komt nooit meer weer
Misschien als je de Giro niet rijdt
Een flashback naar de jaren negentig, keer op keer

Soms was ik Gotti, soms Di Luca, soms Simoni
Ik zette aan, dartel speelde ik met de pedalen
Wie kan volgen? Wie komt me halen?

Niemand aldus het zichtbare lijden op hun tronie
Hoe kan dat nu? Ik reed op halve capaciteit
Een kaakslag, aan de Giro start je niet onvoorbereid

Ik begreep het niet, viel nog een keer aan
Ging als een bezetene op mijn trappers staan
Keek achterom, niemand te bekennen

L’Ultimo Chilometro, de bevrijding voor gekwelden
Niet voor mij, ik was nu mijn eigen jeugdhelden
Tranen wellen op, het wil maar niet wennen

Doch juichend en klaarwakker spring ik recht
Nog voor de strijd definitief is beslecht
Nog voor ik in volle glorie ben aangekomen
Het is van Fabio Aru dat dwaze jongetjes dromen


Matthias Vangenechten