Thermiek

Er hangt een lichte sluiermist
in de vallei
als ik die morgen aan mijn
klim begin.

Twee bochten verder klinkt
een carillon 
van koeien die mekaar te 
grazen nemen. 

De weg is leeg, net als 
mijn hoofd;
de wil regeert, verdooft
mijn lijf tot trance.

Maar klimkadans vertikt het,
laat op zich wachten,
voelt niets voor dictatuur 
van regelmaat.

Hoog boven zweeft 
een adelaar zijn rondje
op hoop van prooi en buit 
en overleven.

Terwijl trap ik me rot bergop 
op zoek naar 
stille waan, vermomd als zin 
in dit bestaan.

O geef me wat thermiek
op weg naar Golgotha.


Herman Laitem