Droom

                                 (Uit 'Het geel, de renner en de dood')

Uit de nevel van de tijd komt een renner
naar me toe gereden, een en al souplesse en
met een oogstrelende stijl die helemaal niet
aan de naderende dood doet denken.

Hij knijpt een meter voor me de remmen dicht,
zet de beide voeten op de grond, laat het stuur los,
richt zich op en kijkt me lachend in de ogen,
zijn trui is sneeuwwit, de zwarte koersbroek
zit strak rond de afgetrainde bruine dijen.

We zeggen beiden geen woord,
hij reikt me minzaam een drinkbus aan,
trekt de voetriempjes dicht en verdwijnt
dan in de lange schaduw van de berg.

Zacht en wit als een lam rijst de Ventoux
harmonisch uit het slapend landschap op,
de zon straalt dorst naar me toe.
Ik proef de hitte en drink.

 
Willie Verhegghe