(0ver Annemiek van Vleuten)
een dood vogeltje in de goot opgebaard bijna
in vormloze greppelstand net voor de finish
ze was bijna op de Olympus huis der goden beland
een val sleepte haar naar de oevers van de Styx
maar geen muntjes op haar oogleden gelegd
de geest bleef in haar gekreukeld lijf te gast
meedogenloos gefilmd als weggegooid behang
een deur naar roem te ver vergooid in riool
water stroomde naar haar zee en ze steeg op
wonderbaarlijk in onnavolgbare strijd terug
aan wielerfront met zegekar en bekers roem
een zege bij Hotel de Wereld geen overgave
uit de historie van de vijand voor haar maar
victorie in optima forma als tempobeul in het vrouwenpeloton
Kees van Meel